Knowledge Base
AVM Content
FRITZ!Box als IP-client configureren
Je kunt je FRITZ!Box instellen voor gebruik als IP-client en met een netwerkkabel verbinden met je andere router. De FRITZ!Box gebruikt dan de bestaande internetverbinding van je andere router. In dit geval
- is de Firewall van de FRITZ!Box uitgeschakeld.
- krijgen de computers, smartphones en andere apparaten die met de FRITZ!Box zijn verbonden, hun IP-instellingen nog steeds van de andere router.
- kunnen alle apparaten zonder beperkingen met elkaar communiceren, ongeacht of deze zijn aangesloten op de FRITZ!Box of de andere router.
Voorwaarden/beperkingen
- Het ouderlijk toezicht, de onlinemeter, de toegang voor gasten, VPN-verbindingen en alle functies waarvoor een openbaar IP-adres is vereist (bijvoorbeeld poortvrijgave), zijn niet beschikbaar.
- Gebruik als IP-client via Wi-Fi wordt door de FRITZ!Box niet ondersteund.
1 Bedrijfsmodus configureren
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op ‘Thuisnetwerk’.
- Klik in het menu ‘Thuisnetwerk’ op ‘Netwerk’.
- Klik op het tabblad ‘Netwerkinstellingen’.
- Schakel bij ‘Bedrijfsmodus in het thuisnetwerk’ de optie ‘IP-client’ in.
- Schakel de optie ‘via LAN’ in.
- Als de router geen DHCP-server beschikbaar stelt:
- Klik op ‘Verbindingsinstellingen wijzigen’.
- Schakel de optie ‘IP-adres handmatig instellen’ (‘IP-adres handmatig vastleggen’) in.
- Voer in het invoerveld ‘IP-adres’ een ongebruikt IP-adres in uit het IP-netwerk van de router.
- Voer in het invoerveld ‘Subnetmasker’ het subnetmasker van de router in.
- Voer in de invoervelden ‘Standaardgateway’ en ‘Primaire DNS-server’ het IP-adres in van de router.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.
De FRITZ!Box is nu ingesteld als IP-client.
Belangrijk:Als IP-client is de FRITZ!Box niet meer bereikbaar onder http://fritz.box. Onder ‘Gebruikersinterface openen’ wordt beschreven hoe je toegang krijgt tot deze FRITZ!Box (zie hieronder).
2 FRITZ!Box met het netwerk verbinden
- Verbind een LAN-poort van de FRITZ!Box met een netwerkkabel óf rechtstreeks óf via een hub/switch met een LAN-poort van de router.
3 Gebruikersinterface openen
Als de FRITZ!Box wordt gebruikt als IP-client, kun je de gebruikersinterface niet meer openen via fritz.box, maar alleen nog via het IP-adres van de FRITZ!Box:
- Als de FRITZ!Box het IP-adres via DHCP ophaalt, voer dan in de webbrowser het IP-adres in dat de router heeft toegewezen aan de FRITZ!Box, bijvoorbeeld 192.168.10.20.
- Als je het IP-adres zelf hebt ingevoerd in de FRITZ!Box, voer dan in de webbrowser het IP-adres in dat je in de gebruikersinterface hebt ingevoerd in het invoerveld ‘IP-adres’, bijvoorbeeld 192.168.10.2.
-
Opmerking:Als je het IP-adres van de FRITZ!Box bent vergeten, kun je de gebruikersinterface via het reserve-IP-adres van de FRITZ!Box openen.
4 Telefonie configureren
Als je telefoons wilt aansluiten op de FRITZ!Box en hiermee vervolgens wilt bellen via de internetverbinding van de andere router:
- Configureer de FRITZ!Box om te Bellen via de andere router.
5 Overdracht van het programma-aanbod (DVB-C) naar het thuisnetwerk
Als je het programma-aanbod van je kabelprovider wilt doorgeven (‘streamen’) aan het thuisnetwerk, configureer je televisieontvangst in de FRITZ!Box:
- Stel de FRITZ!Box Cable in voor televisieontvangst (DVB-C).
6 Wi-Fi-netwerk configureren
Als je FRITZ!Repeater of FRITZ!Powerline met Wi-Fi-functionaliteit gebruikt, kun je Mesh gebruiken en de FRITZ!Box als Mesh Master configureren.
Als de andere router een Wi-Fi-router is, kun je de FRITZ!Box als extra draadloos basisstation gebruiken. Zo kunnen je Wi-Fi-apparaten de FRITZ!Box gebruiken om toegang te krijgen tot internet en andere apparaten in het thuisnetwerk, zelfs als het Wi-Fi-netwerk van je router niet bereikbaar is.
Configureer de volgende instellingen in de FRITZ!Box, zodat je Wi-Fi-apparaten altijd automatisch verbinding maken met het Wi-Fi-netwerk met het sterkste signaal (Wi-Fi-roaming):
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op ‘Wi-Fi’.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Wi-Fi-netwerk’ (‘Draadloos netwerk’).
- Voor de gebruikte frequentieband voer je de naam van het Wi-Fi-netwerk van de router in als ‘Naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID)’ (‘Naam van het draadloze WiFi-netwerk’).
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Wi-Fi-kanaal’ (‘Draadloos kanaal’).
- Schakel bij ‘Wi-Fi-kanaal’ (‘Draadloos kanaal’) de optie ‘Instellingen Wi-Fi-kanalen aanpassen’ (‘Instellingen draadloze kanalen aanpassen’) in.
- Selecteer uit de vervolgkeuzelijst ‘Wi-Fi-kanaal’ het kanaal dat door de Wi-Fi-router wordt gebruikt voor de draadloze frequentieband.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Beveiliging’ (‘Veiligheid’).
- Schakel de Wi-Fi-versleuteling in die wordt gebruikt door de Wi-Fi-router.
- Voer in het invoerveld ‘Wi-Fi-netwerksleutel’ de Wi-Fi-netwerksleutel in van de Wi-Fi-router.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.