Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base
Knowledge Base-artikel #1079

Wi-Fi-beveiligingsinstellingen van de FRITZ!Box wijzigen

Je wilt het wachtwoord van het Wi-Fi-netwerk van de FRITZ!Box wijzigen? ✔ Alle instellingen voor de versleuteling wijzig je heel eenvoudig in de gebruikersinterface.

Je kunt de Wi-Fi-beveiligingsinstellingen van de FRITZ!Box heel eenvoudig wijzigen en bijvoorbeeld een nieuwe netwerksleutel voor je Wi-Fi-netwerk configureren. De FRITZ!Box (Mesh Master) geeft de gewijzigde Wi-Fi-beveiligingsinstellingen automatisch door aan alle Mesh Repeaters (bijvoorbeeld FRITZ!Repeater), zodat de Wi-Fi-apparaten in het FRITZ! Mesh-netwerk zich altijd met dezelfde Wi-Fi-toegangsgegevens kunnen aanmelden.

Houd er bij het wijzigen van de beveiligingsinstellingen rekening mee dat de Wi-Fi-verbinding vervolgens op alle Wi-Fi-apparaten opnieuw moet worden ingesteld.

1 Wi-Fi-netwerk inschakelen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op ‘Wi-Fi’.
  2. Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Wi-Fi-kanaal’ (‘Draadloos kanaal’).
  3. Schakel de optie ‘Instellingen Wi-Fi-kanalen aanpassen’ (‘Instellingen draadloze kanalen aanpassen’) in.
  4. Schakel het Wi-Fi-netwerk in voor de 2,4 GHz- en 5 GHz-frequentieband.
  5. Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.

2 Beveiligingsinstellingen van het Wi-Fi-netwerk wijzigen

Wi-Fi-versleuteling in gebruikersinterface aanpassen
  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op ‘Wi-Fi’.
  2. Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Beveiliging’ (‘Veiligheid’).
  3. Klik op het tabblad ‘Versleuteling’.
  4. Als je de veilige WPA-versleuteling wilt gebruiken (aanbevolen):
    1. Schakel de optie ‘WPA-versleuteling’ in.
    2. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst ‘WPA-Modus’ de WPA3-transition mode ‘WPA2 + WPA3’. Als je nog gebruikmaakt van oudere Wi-Fi-apparaten die de WPA3-transition mode niet ondersteunen, selecteer dan de optie ‘WPA2’.

      Opmerking:De WPA3-transition mode wordt niet ondersteund door bijvoorbeeld Apple met iOS-apparaten waarop een iOS-versie ouder dan 12.1.1 is geïnstalleerd en oudere Wi-Fi-printers. Informatie over de functionaliteit van je Wi-Fi-apparaten krijg je van de fabrikant in kwestie.

    3. Voer in het invoerveld ‘Wi-Fi-netwerksleutel’ een wachtwoord in. Gebruik cijfers, een combinatie van hoofdletters en kleine letters en ook andere tekens.
    • Als je geen versleuteling (niet aanbevolen) wilt gebruiken waardoor het Wi-Fi-netwerk niet is beveiligd, schakel dan de optie ‘open’ in.
  5. Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.

Nu wordt het pop-upvenster ‘Wi-Fi-toegang’ geopend met de gewijzigde Wi-Fi-toegangsgegevens van de FRITZ!Box. Print of noteer de nieuwe Wi-Fi-toegangsgegevens en configureer de Wi-Fi-verbinding met de FRITZ!Box opnieuw.



Hulp bij problemen:

Taalkeuze