Knowledge Base
AVM Content
- FRITZ!Box 7690
- FRITZ!Box 7682
- FRITZ!Box 7590 AX
- FRITZ!Box 7590
- FRITZ!Box 7583 VDSL
- FRITZ!Box 7583
- FRITZ!Box 7581
- FRITZ!Box 7560
- FRITZ!Box 7530 AX
- FRITZ!Box 7530
- FRITZ!Box 7520
- FRITZ!Box 7510
- FRITZ!Box 7490
- FRITZ!Box 6890 LTE
- FRITZ!Box 6860 5G
- FRITZ!Box 6850 5G
- FRITZ!Box 6850 LTE
- FRITZ!Box 6820 LTE
- FRITZ!Box 6690 Cable
- FRITZ!Box 6670 Cable
Wi-Fi-netwerk van de Wi-Fi-router wordt niet gevonden
De FRITZ!WLAN Stick kan het Wi-Fi-netwerk van de Wi-Fi-router (bijvoorbeeld FRITZ!Box) niet vinden. Bij het zoeken naar Wi-Fi-netwerken wordt de naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID) van de Wi-Fi-router niet weergegeven.
Voer de hier beschreven stappen achterelkaar uit. Controleer na elke stap of het probleem is opgelost.
1 Wi-Fi-netwerk inschakelen
De volgende stap is alleen nodig als je als Wi-Fi-router een FRITZ!Box gebruikt waarvan de WLAN-led niet brandt:
- Druk kort op de WLAN-toets van de FRITZ!Box om het Wi-Fi-netwerk in te schakelen. Als je de toetsblokkering in de FRITZ!Box hebt ingeschakeld:
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op ‘Wi-Fi’.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Wi-Fi-kanaal’ (‘Draadloos kanaal’) of op ‘Wi-Fi-netwerk’ (‘Draadloos netwerk’).
- Indien beschikbaar, klik op ‘Instellingen Wi-Fi-kanalen aanpassen’ (‘Instellingen draadloze kanalen aanpassen’).
- Schakel het Wi-Fi-netwerk in.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.
2 Wi-Fi-instellingen van de Wi-Fi-router optimaliseren
FRITZ!Box instellen
De volgende stappen zijn alleen nodig als je als Wi-Fi-router een FRITZ!Box gebruikt:
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op ‘Wi-Fi’.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Wi-Fi-kanaal’ (‘Draadloos kanaal’).
- Schakel de optie ‘Instellingen Wi-Fi-kanalen automatisch uitvoeren (aanbevolen)’ (‘Instellingen draadloze kanalen automatisch uitvoeren (aanbevolen)’) in. Daardoor analyseert de FRITZ!Box de Wi-Fi-omgeving en de verbindingskwaliteit van de met de FRITZ!Box verbonden Wi-Fi-apparaten en selecteert op basis daarvan automatisch de beste instellingen voor het Wi-Fi-kanaal.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan. De Wi-Fi-verbindingen met de FRITZ!Box worden nu tijdelijk verbroken en vervolgens automatisch opnieuw tot stand gebracht.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Wi-Fi-netwerk’ (‘Draadloos netwerk’).
- Klik op ‘Meer informatie over het Wi-Fi-netwerk’ en schakel de optie ‘Naam van het Wi-Fi-netwerk verbergen’ uit of schakel de optie ‘Naam van het Wi-Fi-netwerk zichtbaar’ in. Daardoor voorkom je dat sommige Wi-Fi-apparaten geen verbinding tot stand kunnen brengen met de FRITZ!Box.
- Als ‘Actieve frequentiebanden’ beschikbaar is, schakel dan het Wi-Fi-netwerk voor de 2,4 en 5 GHz-frequentieband in. Als alleen de optie ‘Wi-Fi-netwerk actief’ wordt weergegeven, zijn allebei de Wi-Fi-netwerken al ingeschakeld of ondersteunt de FRITZ!Box alleen het 2,4 GHz-Wi-Fi-netwerk.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.
Wi-Fi-router instellen
De volgende stappen zijn alleen nodig als je een Wi-Fi-router van een andere fabrikant gebruikt:
Opmerking:Informatie over het instellen van de Wi-Fi-router krijg je van de fabrikant van de router; raadpleeg bijvoorbeeld de handleiding.
- Wanneer de Wi-Fi-router de 2,4 GHz- en 5 GHz-frequentieband tegelijk beschikbaar kan stellen:
- Schakel in de Wi-Fi-router het 2,4 GHz- en 5 GHz-Wi-Fi-netwerk in.
- Als de Wi-Fi-router een optie ‘Zero Wait DFS’, ‘Always on DFS’ of een dergelijke optie biedt om het 5 GHz-Wi-Fi-netwerk zonder onderbrekingen te gebruiken, schakel deze optie dan in. Daardoor kan het 5 GHz-Wi-Fi-netwerk van de Wi-Fi-router ook worden gebruikt tijdens controle van de Wi-Fi-omgeving op radarinstallaties (bijvoorbeeld weerdienst, luchtverkeerscontrole en militair gebruik).
- Configureer in de Wi-Fi-router indien mogelijk Wi-Fi-kanalen zonder interferentie in zowel het 2,4 GHz- als het 5 GHz-Wi-Fi-netwerk. Als de Wi-Fi-router zo kan worden ingesteld dat deze automatisch de beste instellingen voor het Wi-Fi-kanaal configureert, schakel deze optie dan in.
- Stel de Wi-Fi-router zo in dat het Wi-Fi-signaal met maximaal vermogen wordt uitgezonden.
- Schakel de weergave van de naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID) in en stel in de Wi-Fi-router een goed herkenbare naam in voor het Wi-Fi-netwerk. Daardoor voorkom je dat sommige je Wi-Fi-apparaten geen verbinding kunnen maken met de FRITZ!Box of proberen verbinding te maken met de verkeerde Wi-Fi-router die nagenoeg dezelfde naam voor het Wi-Fi-netwerk heeft.
Opmerking:Als de naam van het Wi-Fi-netwerk wordt gewijzigd, worden alle Wi-Fi-verbindingen verbroken. De Wi-Fi-verbindingen moeten vervolgens opnieuw worden ingesteld.
3 FRITZ!OS en Wi-Fi-software bijwerken
Updates bevatten verbeteringen, herstelde fouten en nieuwe functies. Installeer daarom op alle apparaten het meest recente FRITZ!OS- of de meest recente softwareversie:
Meest recente software van de Wi-Fi-router installeren
- Installeer de meest recente software voor de Wi-Fi-router volgens de instructies van de fabrikant. Als je een FRITZ!Box als Wi-Fi-router gebruikt, ga dan te werk zoals wordt uitgelegd in de handleiding FRITZ!OS-update uitvoeren.
Meest recente driver voor FRITZ!WLAN Stick installeren
- Open in een webbrowser onze downloadpagina.
- Selecteer de productgroep ‘FRITZ!WLAN’ en vervolgens je apparaat.
- Download de meest recente versie van de software FRITZ!WLAN, die de driver voor je FRITZ!WLAN Stick bevat.
- Pak het zipbestand uit op je computer, bijvoorbeeld op het bureaublad.
- Dubbelklik op het bestand ‘setup.exe’ en volg de instructies.
4 USB 3.0-apparaten loskoppelen
- Koppel bij wijze van test alle USB 3.0-apparaten los van de USB-poorten van de Wi-Fi-router en de computer waarop de FRITZ!WLAN Stick is aangesloten.
- Als het probleem nu niet meer optreedt, stoort een USB-apparaat de draadloze verbinding en moet je de interferentie van het USB-apparaat verminderen.
5 Wi-Fi-router optimaal plaatsen
- Plaats de Wi-Fi-router indien mogelijk in een centraal gelegen ruimte.
- Plaats de Wi-Fi-router niet direct in de hoek van een kamer.
- Plaats de Wi-Fi-router indien mogelijk op een plek met zo weinig mogelijk obstakels eromheen, d.w.z. niet direct achter of onder een obstakel zoals bijvoorbeeld een kast of een verwarming.
- Plaats de Wi-Fi-router indien mogelijk zo hoog mogelijk in een ruimte, bijvoorbeeld boven op een kast.
- Plaats de Wi-Fi-router zo dat er zich zo min mogelijk obstakels bevinden tussen de Wi-Fi-router en de andere Wi-Fi-apparaten. Vooral objecten van metaal of waterhoudende objecten zoals bijvoorbeeld radiatoren, koelkasten of kamerplanten, verminderen de kwaliteit van het Wi-Fi-signaal aanzienlijk.
- Plaats de Wi-Fi-router niet in de buurt van andere zenders zoals bijvoorbeeld een magnetron, Wi-Fi-speakers of bluetoothapparaat.
6 Ander Wi-Fi-apparaat testen
- Test of een ander Wi-Fi-apparaat het Wi-Fi-netwerk van de Wi-Fi-router kan vinden.
- Als het andere Wi-Fi-apparaat het Wi-Fi-netwerk van de Wi-Fi-router kan vinden, is de FRITZ!WLAN Stick mogelijk defect.